Doelstellingen

Isis heeft de afgelopen jaren flink vooruitgang geboekt in haar trainingsbeleid. Zo is de vereniging gegroeid, rijden er veel meer mensen wedstrijden, zijn er veel mensen actief geworden in (niet schaats relevante) Isis zaken, enzovoorts. Ter ondersteuning hiervan wordt er i.s.m. de trainers continu naar het schaatsbeleidsplan gewerkt. Hierin is verwerkt dat er vier tot vijf trainersgroepen zijn die ieder op hun eigen niveau aan het werk zijn, maar daarbij wel de aansluiting met andere groepen behouden.

Isis is een schaatsvereniging door en voor studenten met schaatsers van verschillende niveaus, daarom wordt er in vier tot vijf verschillende groepen gewerkt; A, B, C, D en eventueel nog een E groep. De volgende doelstellingen zijn op de diverse groepen van toepassing:

- E en D-groep: Het aanleren van diverse technieken om te komen tot een beweging die in beginsel lijkt op de schaatsbeweging in het algemeen, zonder dit per se in wedstrijdverband toe te passen. Recht op de schaatsen staan is een vereiste.
- C en B-groep: Het verbeteren van de verschillende technische en conditionele aspecten om te komen tot een redelijke techniek. Wat een voorwaarde is voor het regelmatig rijden van wedstrijden en optimaal schaatsplezier.
- A-groep: Het verder verbeteren van zowel conditie als techniek, met daaraan gekoppeld een betere mentale weerbaarheid om te komen tot optimale resultaten bij wedstrijden.

Hoe bereiken we de verschillende doelstellingen? Dit is per groep wederom verschillend omdat je per groep voorwaarden dient te scheppen om de doelstellingen te halen.

E en D-groep:
- Veel balansoefeningen om het glijden aan te leren alsmede de balans te vinden die een voorwaarde is voor het schaatsen (zowel één- als tweebenig);
- Veel glijoefeningen;
- Veel afzetoefeningen;
- Leren diep te zitten (elke training weer, omdat het zo moeilijk is);
- Veel oefenen met de verschillende technieken bij zeer lage snelheid (kracht, lenigheid, coördinatie en balans);
- Aanleren van de bochtentechniek, zowel met tweetallen als alleen;
- Voor de snelle leerlingen kan dan ook nog begonnen worden met het aanleren van het starten.

De eis is:
- recht op de schaatsen staan.

C en B-groep:
- Alle oefeningen zoals in de D-groep gegeven af en toe beoefenen om een optimaal glijvermogen te creëren;
- Aanleren cq. verbeteren van de bochtentechniek;
- Aanleren cq. verbeteren van de start;
- Conditionele aspecten meer aandacht geven;
- Eventuele differentiatie in sprint en allround;
- Het geven van trainingsschema's voor geïnteresseerden;
- Het verbeteren van de schaatszit;
- Het leren cq. verbeteren van het rijden van wedstrijden;
- Het leren omgaan met wedstrijdspanning;
- Het leren omgaan met je eigen fouten (relativeren)
- Het leren schaatsen slijpen;
- Het leren omgaan met de wedstrijd (slijpen, inlopen, rust, etc.).

De eis is:
a. recht op de schaatsen staan;
b. neigen naar de zijwaartse afzet;
c. af en toe schaatsen recht naar voren kunnen plaatsen;
d. verbeterde conditie;
e. het redelijk beheersen van de bocht;
f. redelijk kunnen starten.

A-groep:
- Nog meer werken aan de conditie;
- Verbeteren van de schaatsbeweging in het algemeen;
- Het aanleren van tactische elementen;
- De mentale weerbaarheid vergroten;
- De basissnelheid vergroten;
- Iedereen zich optimaal kunnen laten voorbereiden op een wedstrijd;
- Goed leren relativeren;
- Trainingsschema's leren uitvoeren;
- Af en toe teruggrijpen op balansoefeningen;
- Arbeid/rust verhouding aanleren te gebruiken.

De eis is:
a. beheersing van een modale schaatstechniek;
b. het goed omgaan met een wedstrijd;
c. graag wedstrijden willen rijden;
d. goede conditie;
e. kritisch zijn naar jezelf.

Een stimulerend middel is een trainingskamp in het buitenland, omdat het daar mogelijk is trainingen te geven die in Nederland niet mogelijk zijn (bijv. een snelheidstraining). Verder heb je daar voor iedereen veel meer tijd, zodat de beleving intensiever wordt. Ook zomer trainingskampen zijn een goed middel om dit alles te leren. Men dient als trainer dit soort activiteiten te stimuleren. Het is tevens goed voor de sociale contacten, die voor de gemiddelde student erg belangrijk zijn!

Dit beleidsplan is een summiere weergave van hetgeen er allemaal dient te gebeuren, maar het dient dan ook alleen maar als leidraad en niet als invulling van een training. De trainer bepaalt zijn eigen oefenstof, maar dient het beleidsplan/rode draad te gebruiken om te komen tot een optimale overgang binnen de diverse groepen.